Laatste update door Team AnkhHermes op 19 juni 2024
Het is mogelijk dat je angst, depressie, pijn of andere problemen geërfd hebt van je voorouders, zo laat Mark Wolynn zien in ‘Het is niet met jou begonnen’. Doorbreek het familietrauma voor een vrije toekomst!
Inzicht in je problemen doe je niet alleen op door je eigen verhaal te doorgronden, maar ook door die van je ouders, grootouders en andere voorouders in je zelfonderzoek te betrekken, schrijft Mark Wolynn in Het is niet met jou begonnen.
Wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de epigenetica toont aan dat trauma van de ene op de andere generatie overgegeven kunnen worden, zoals de PTSS-klachten van een grootouder. Pijn verzacht en verdwijnt niet altijd vanzelf in de loop van de tijd.
De trauma’s die onze oma doorstond, haar pijn en verdriet, de problemen in haar jeugd of met onze opa, het verlies van dierbaren die vroeg stierven: al deze dingen sijpelden in zekere mate door in de zorg die ze onze moeder gaf.
Zelfs als degene met het oorspronkelijke trauma is overleden, en zelfs als dat verhaal jarenlang doodgezwegen is, kunnen levenservaringen, herinneringen en lichamelijke gewaarwordingen voortleven alsof ze zich vanuit het verleden in het bewustzijn en lichaam van de nu levenden vestigen, met alle gevolgen van dien.
Al deze herinneringen resoneren in een of andere vorm in de hoofden van onze jonge mensen.
Wanneer je je blijft verzetten tegen het voelen van iets pijnlijks en dat vermijdt, blijft die pijn juist voortbestaan. Zo werkt het ook met overgeërfd familietrauma. Vandaar dat Wolynn je in Het is niet met jou begonnen handreikingen biedt om de cyclus van familietrauma te doorbreken.
Alles uit het verleden wat onverwerkt is, beïnvloedt je heden. Waar je vandaan komt heeft invloed op waar je naartoe gaat. Het familieverhaal ís jouw verhaal, of je dat nou leuk vindt of niet.
Trauma’s slapen niet, ook niet na de dood, maar blijven naar een vruchtbare bodem zoeken om in te kunnen worden opgelost, in de kinderen of in volgende generaties.
Dan is het dus de vraag welke gebeurtenissen uit vorige generaties het gedrag van de huidige generatie stuurt. De man die zijn geld vergokt, door wat uit het verleden wordt hij daartoe gedreven? Waarom kiest die ene vrouw steeds voor relaties met getrouwde mannen? Wat heeft hun genetische erfenissen beïnvloed?
Wolynn schrijft dat we de weg vrij kunnen maken voor nieuwe mogelijkheden en oplossingen, als we de link leggen met wat er achter onze angsten en symptomen verborgen ligt. Soms is inzicht en besef genoeg om bevrijding in gang te zetten, maar vaak is er meer nodig: mantra’s, rituelen, oefeningen en nieuwe gebruiken om deze delen van onszelf te integreren en te helen.
Daarvoor heeft hij de kerntaalbenadering ontwikkeld. De manier waarop overgeërfde trauma’s zich manifesteren in onze levens gaat volgens Wolynn via de kerntaal, waarmee hij doelt op de woorden en zinnen die onze grootste angsten verraden. Deze taal omvat zowel verbale als non-verbale uitingen, zoals gewaarwordingen, gedrag, emoties, impulsen en zelfs ziektesymptomen.
De ‘broodkruimels van de kerntaal’, zoals Wolynn dat in Het is niet met jou begonnen mooi noemt, leven in de woorden die we hardop uitspreken en in de woorden die we in stilte zeggen. Ze leven in de woorden die voortdurend als een wekker in ons hoofd blijven rinkelen. Ze bevatten aanwijzingen die ons naar de bron van onverwerkte trauma’s kunnen leiden.
De kerntaal helpt ons zodoende bij het ‘verklaren’ van herinneringen die ‘niet verklaard’ zijn, waardoor we de puzzelstukjes van gebeurtenissen en ervaringen die we niet konden integreren of die we ons niet konden herinneren in elkaar kunnen passen.
Met behulp van taal kunnen we onze ervaringen afbakenen in de vorm van een verhaal. Als we een verhaal hebben, kunnen we een ervaring makkelijker opnieuw beleven – zelfs een trauma – zonder dat we alle bijbehorende beroering ook moeten doorleven. Zo kunnen we het familietrauma een plekje geven.
We gaan door het leven met iets wat in het verleden niet is verwerkt. Wolynn onderscheidt in Het is niet met jou begonnen vier thema’s die de flow van ons leven onderbreken. Deze thema’s beschrijven aspecten van de manier waarop we ons tot onze ouders en anderen binnen ons familiesysteem verhouden.
We herhalen of herbeleven bepaalde situaties of omstandigheden zonder dat we de link leggen die ons kan bevrijden. Kinderen die dit doen, handelen vanuit de blinde fantasie dat ze hun ouders kunnen redden. Vaak nemen we onbewust de pijn van onze ouders over. Als we met een ouder samensmelten, delen we onbewust een aspect – vaak een negatief aspect – van de levenservaringen van die ouder.
De emoties, eigenschappen die en het gedrag dat we van onze ouders afwijzen, herkennen we hoogstwaarschijnlijk ook in onszelf. Onbewust is dit de manier waarop we van ze houden, een manier om ze weer een plek in ons leven te geven. Later kan het kind hun de schuld gaan geven voor de pijn of afstand die het voelde, zonder rekening te houden met wat er is gebeurd en hoe dit voor hen moet zijn geweest.
Een onderbreking van de moeder-kindband in eerdere generaties kan ook invloed hebben op de band tussen jou en je moeder.
Het overgeërfde trauma kan heel goed bij een familielid horen dat vóór ons geboren werd.
Aan de hand van je kerntaal kun je erachter komen welke traumatische gebeurtenissen in jouw familie(geschiedenis) invloed uitoefenen op je leven. Daarvoor helpt Wolynn je een kerntaalkaart op te stellen. Stap voor stap, door de kernklacht, de kernomschrijvingen, de kernzin en het kerntrauma vast te stellen, stel je met zijn tips uit Het is niet met jou begonnen je kerntaalkaart op.
Je kernklacht destilleer je uit je kerntaal die je diepste zorg, strijd of lacht beschrijft. Let daarom niet alleen op de woorden die je aanhoudend uitspreekt, maar ook op je lichaamstaal. De kerntaal van onze kernklacht kan ons als een kompas door generaties onverklaarbare familie-angst heen loodsen.
Aan de hand van kernomschrijvingen contextualiseer je je kerntaal. Je beschrijft je ouders of andere voorouders.
De kerntaal kun je samenvatten in de kernzin, een zin die jou ‘levenslang’ heeft gegeven, die je misschien al van jongs af aan in je meedraagt. Deze zin vergroot je wanhoop, of hij nu hardop wordt uitgesproken of in stilte wordt gezegd. Tegelijkertijd kan hij je buiten de poorten van de gevangenis brengen, naar een nieuwe wereld met inzichten en oplossingen.
Het kerntrauma – de gebeurtenis of gebeurtenissen in je familie die achter je kerntaal schuilgaat of -gaan – haal je boven met een genogram (een diagram van je stamboom) of met een overbruggingsvraag, waarmee je de trauma’s lokaliseert in je voorouders.
Aan de hand van de kerntaalkaart kun je jezelf helen. Inzicht ontstaat vaak als we bereid zijn om de dingen die ongemakkelijk aanvoelen tijdens de zoektocht naar meer zelfkennis te accepteren. Wat voel je als je je aandacht naar binnen richt?
Als we gewoon bij de gevoelens die in ons lichaam opkomen kunnen blijven zonder er onbewust op te reageren, is de kans groter dat we gegrond blijven als we vanbinnen onrustig worden. Soms volstaat het als we het verband tussen onze ervaring en een onverwerkt trauma in onze familie hebben gevonden. Dan kun je dat integreren in je leven.
Doordat je essentiële informatie over je familie bijeengebracht hebt, heb je hoogstwaarschijnlijk belangrijke verbanden kunnen leggen. Je hebt meer inzicht in jezelf en de onverklaarbare gevoelens waarmee je hebt geleefd gekregen.
Deze reis naar meer inzicht maakt ook de weg vrij voor verzoening met je familiegeschiedenis en de familieleden die óók door deze trauma’s beïnvloed worden. Wolynn maakt in het derde deel van Het is niet met jou begonnen duidelijk hoe belangrijk het is om je niet alleen te verzoenen met het verleden zelf, maar ook de belangrijkste personen om je heen, hoe getroebleerd de relaties ook mogen zijn.