Onder manuele behandelwijzen verstaan we: alle handmatige methoden die het harmonisch functioneren van het menselijk lichaam bevorderen, en van het bewegingsapparaat in het bijzonder, die beogen elders in het lichaam ontstane ziekteverschijnselen op te heffen. In deze behandelwijzen onderscheiden we vijf hoofdgroepen die een stoornis min of meer op dezelfde manier aanpakken.
Groep 1: via specifieke handgrepen (manipulatie)
De behandelwijzen in deze groep kenmerken zich door de toepassing van een of meerdere specifieke handgrepen of manipulaties. De term ‘manipulatie’ betekent dat de ingreep met de hand (Latijn: manus) van de arts of therapeut en aan het lichaam van de patiënt plaatsvindt. De aandacht gaat daarbij vooral naar afwijkingen van spieren, botten en pezen, dus van het bewegingsapparaat.
Groep 2: via massage
Deze manuele methoden hebben gemeenschappelijk dat er een vorm van massage wordt toegepast, wat inhoudt dat de therapeut het lichaam met de hand. Ook vinden soms massages plaats met behulp van een apparaat.
Groep 3: via subtiele prikkelingen
Dit zijn manuele behandelwijzen die door middel van een (uiterst) lichte prikkeling belangrijke verbeteringen willen aanbrengen in houding en manier van bewegen van het lichaam. Het feitelijke herstel- of verbeteringsproces is dan een direct gevolg van de subtiele prikkel.
Groep 4: via segmenten op of onder de huid
Segmenten zijn aparte, onderhuidse gebieden in het lichaam die verband houden met de werkingsgebieden van het ruggenmergzenuwstelsel. Zij staan in directe verbinding met organen en weefsels elders in het lichaam, waar ook het probleem zit. De therapeut kan via de segmenten prikkels laten uitgaan met een stimulerend of genezend effect op afstand. Deze gebieden worden ook wel reflexgebieden genoemd.
Groep 5: via houdings- en bewegingsoefeningen
Hierbij gaat het niet om specifieke handgrepen of massages, noch om subtiele prikkels of segmentbehandelingen (de onderwerpen van voorgaande paragrafen); deze behandelwijzen richten zich op het gehele lichaam, dus op hoe de betrokken persoon staat, zit of beweegt. ‘Foute’ bewegingen of houdingen corrigeert de ‘patiënt’ – al doende – zelf. Daarbij zijn zeer uiteenlopende benaderingen mogelijk.
Onder manuele behandelwijzen verstaan we: alle handmatige methoden die het harmonisch functioneren van het menselijk lichaam bevorderen, en van het bewegingsapparaat in het bijzonder, die beogen elders in het lichaam ontstane ziekteverschijnselen op te heffen. In deze behandelwijzen onderscheiden we vijf hoofdgroepen die een stoornis min of meer op dezelfde manier aanpakken.
Groep 1: via specifieke handgrepen (manipulatie)
De behandelwijzen in deze groep kenmerken zich door de toepassing van een of meerdere specifieke handgrepen of manipulaties. De term ‘manipulatie’ betekent dat de ingreep met de hand (Latijn: manus) van de arts of therapeut en aan het lichaam van de patiënt plaatsvindt. De aandacht gaat daarbij vooral naar afwijkingen van spieren, botten en pezen, dus van het bewegingsapparaat.
Groep 2: via massage
Deze manuele methoden hebben gemeenschappelijk dat er een vorm van massage wordt toegepast, wat inhoudt dat de therapeut het lichaam met de hand. Ook vinden soms massages plaats met behulp van een apparaat.
Groep 3: via subtiele prikkelingen
Dit zijn manuele behandelwijzen die door middel van een (uiterst) lichte prikkeling belangrijke verbeteringen willen aanbrengen in houding en manier van bewegen van het lichaam. Het feitelijke herstel- of verbeteringsproces is dan een direct gevolg van de subtiele prikkel.
Groep 4: via segmenten op of onder de huid
Segmenten zijn aparte, onderhuidse gebieden in het lichaam die verband houden met de werkingsgebieden van het ruggenmergzenuwstelsel. Zij staan in directe verbinding met organen en weefsels elders in het lichaam, waar ook het probleem zit. De therapeut kan via de segmenten prikkels laten uitgaan met een stimulerend of genezend effect op afstand. Deze gebieden worden ook wel reflexgebieden genoemd.
Groep 5: via houdings- en bewegingsoefeningen
Hierbij gaat het niet om specifieke handgrepen of massages, noch om subtiele prikkels of segmentbehandelingen (de onderwerpen van voorgaande paragrafen); deze behandelwijzen richten zich op het gehele lichaam, dus op hoe de betrokken persoon staat, zit of beweegt. ‘Foute’ bewegingen of houdingen corrigeert de ‘patiënt’ – al doende – zelf. Daarbij zijn zeer uiteenlopende benaderingen mogelijk.